Barcelona, mijn vurig meisje.
Een week duurde het, ons reisje naar deze befaamde stad. Ik kon ervan op aan, zo zei me menig keer, dat dit een ervaring zou worden die ik niet rap zou vergeten. Ze hebben wellicht gelijk, een 2-tal maand verder en de herinnering staat nog steeds gegrift in mijn geheugen. Dat kan wel tellen. Meestal zijn de inzichten die je krijgt na een beleving van dergelijk avontuurtje na een week huismussen weer voorbij. Je verbreedde horizon, waar je zo'n nood aan had, begint te kwijnen onder de wirwar van de dagelijkse sleur. Eens thuis betekent het niets meer dan een onenightstand waarvan je even kon opscheppen tegen je vrienden.
Maar zij was méér, haar heb ik levendig onthouden. Barcelona. Ze was subliem.
Ik zei het tegen mijn eega, dat ik nog nooit zo verheugd op een vliegveld stond. Dat vond ze fijn, maar haar was het doel van deze reis weer ontgaan: "Wouden we niet ooit naar Londen? Of Berlijn? Waarom hebben we daar niet voor gekozen Dimitri? Ach ja, toch bedankt voor het reisje, dit zal ook wel leuk worden." Dat dacht ik ook lieverd. Nou, dat denk ik nog altijd, maar ik moet je iets opbiechten. Nu dat we hier in Zaventem staan, besef ik me plots dat we niet in Barcelona, wel in Gerona landen. Een kleine 100 kilometer verder van hét doel. Zij.
Shit. Godverdomse oetlul dat je bent. Dat is weer iets typisch voor je, eikel.
Er zijn zelden momenten dat ik mezelf haat, zelfhaat levert niets op. Maar toen zonk ik rechtstreeks de diepte in van de schaamte voor mijn rottigheid. Toch fatsoeneer ik me door deze woorden niet luidop uit te kreunen, maar juist de moed hoog op te houden door volgende zin: "Daar kunnen we wel tegen schat, we boeken gewoon een hotel en gaan morgen naar de stad."
De morgen daarop.
We traden in haar omgeving. Bloedheet was ze, 34 graden Celsius exact. Barcelona doet je zweten, zelfs 100 kilometer verderop voelden we haar aura. Nog 50 kilometer per trein en we bezwijken bijna onder de gedachte haar in te treden. We arriveren en bekomen van onze queeste. Haar zien is waar dit om draait, haar voelen ook. We komen aan in een achterbuurt, op een halfuur wandelen ligt onze bed & breakfast. Deze wandeling naar onze 'b&b' maakt iets duidelijk. Om haar schatten te vinden, om haar weelde te ontdekken, om de waarheid van Barcelona te doorgronden... moet men moeite doen. Ze laat zich niet zomaar zien. Hoewel bij elk stukje plavei dat we bewandelen er een stukje van haar ziel ontbloot, is het duidelijk dat ze veel meer in haar mars heeft. We zijn er nog maar net, maar ik ben reeds betoverd in één oogopslag door haar omkadering.
"We zijn gearriveerd, liefste!", ik plof neer. Denkend aan wat nog te komen staat, kijk ik hoe mijn eega beweegt in ons klein kamertje. Wat heeft ze toch mooie heupen. Of het een biologisch instinct betreft of gewoon een kwestie van smaak, weet ik niet, maar het doet me wel wat. Die heupen. Ze beweegt heen en weer, boven en onder om al haar spulletjes netjes een plaats in het kamertje te geven, terwijl ik genoegen neem met mijn kleren in de valies te houden. Ze werpt een blik naar me. "Schat, kom eens van dat bed, we moeten nog veel bezichtigen vandaag én we hebben maar een week!". Ze heeft andermaal gelijk, ik heb geen tijd om te rusten. Geen tijd om op mijn gemak te luieren. We zijn in Barcelona. Zij bekommert zich niet om lamzakkerij! Voor haar moet je moeite doen, laten zien dat je haar schoonheid waard bent. Zweten, puffen tot je erbij neervalt luiaard!
Onze tocht begint meteen bij één van haar pronkstukken, park Güell, ergens noordelijk van de binnenstad. Meeste toeristen komen voor de huisjes, die van ene Gaudi. Ik begrijp het wel, iets gelijkaardigs zie je niet elders. Ook ik zit vol verwondering bij het aanschouwen van deze creatieve losbandigheid. Het is alsof je bij elk stukje huis een kronkel ziet van het brein van zijn schepper. Het is harmonieuze chaos, ik hou er wel van. Toch -ik kan er niet aan doen- lonken mijn ogen meer naar de plaatselijke fauna & flora. We wandelen rakelings nabij een gigantische metropool, maar ik bevind me in het Hof van Eden. De vegetatie is wonderlijk, een variatie van Magnolia's tot Montereycipressen. Ook aardbei -en amandelbomen groeien er. De vogeltjes nestelen in het kruin, hun gezang is even melodieus als de architectuur harmonieus is. Je komt ogen, oren te kort om alles waar te nemen. Ik ben blij dat mijn eega er is, zo vermenigvuldigen we onze verwondering. Die verwondering is compleet wanneer je het hoogste punt bereikt. Vanaf hier, boven het gewas, zie je alles. Alles wat zij ons te vertellen heeft. Haar verleden, haar heden, zelfs een stukje toekomst. Ze geeft zich plotsklaps helemaal bloot, haar negligé valt met een elegante zwaai af. Ik was er eerlijk gezegd niet klaar voor, het brengt me in verlegenheid. Het maakt me zelfs beangstigend. Begrijp me niet verkeerd, dit zicht is een cadeau als geen ander, maar of ik het verdien... Wat verwacht ze als tegenprestatie? Dit kan niet voor niets zijn, ik ken haar reeds te goed. Ze is te mooi om mij, in vergelijking met haar een schunnig ventje, dit zomaar te schenken. Ik neem me vanaf nu voor om bij elk stukje Barcelona nederig te zijn, om grondig mijn tijd te nemen voor elke plekje dat ze me aanbiedt. Ik zeg het tegen mijn meisje: "Evi, we mogen Barcelona niet besmeuren, dit verdienen we niet zomaar, het is onze plicht haar eer aan te doen". Ik durf nog eenmaal, blozend, een kijk te nemen vooraleer we de rest van ons avontuur beginnen.
Barcelona heeft een wonderlijke haardos met de naam 'park Güell'.
Park Güell: van bovenaan de heuvel
Later op de dag eten we voor het gemak een pizza ergens in een restaurantje. Eentje waarvan je meteen weet -door het Ikea-meubilair, foto van Rome aan de muur, tafelbedekking à carreaux (waarschijnlijk ook te vinden in Ikea) en ledkaarsen- dat het goedkoop is. Nooit begrepen waarom men tracht Italië na te bootsen in een restaurant in Spanje, of eender welk land. Het smaakte me niet, ik moest walgen van het feit dat ik net werd ondergedompeld in een kitscherig na-makerij, juist nadat ik haar ontbloot lijf had mogen bewonderen.
Barcelona, ik had er 's nachts een natte droom over.
De ochtend breekt aan en we hebben geen plan voor de dag. Aangedaan door de gebeurtenis vannacht, probeer ik wat ontbijt in mijn strot te rammen. Mijn eega, met haar heerlijke heupen, kijkt wat er allemaal te doen valt in de stad. Geloof me, het is best veel. Na een tijdje beraadslagen -of noem het eerlijker ik die luister naar wat ze te zeggen heeft-, besluiten we de metro te nemen naar het Plaça De Catalunya. De metro, iets waar wij Belgen een jaar van ons leven aan spenderen om erop te wachten, altijd te laat die dingen. Dat kan je hier niet zeggen! Millimeterwerk maken ze er hier van om op tijd te arriveren, het wordt zelfs met een klok aangegeven! We stappen op en sjezen met nog een 100-tal andere snelheidsduivels richting Plaça De Catalunya. Op zo'n 10 minuten zijn we er, aan het gezicht van Barcelona. Hier ligt het gelaat, hier houdt ze iedereen en alles in het oog. Het is een prachtig aangezicht, je danst er zo de flamenco van. Je moet vooraleer je het plein kan betreden door de grote poorten. Die staan gedecoreerd met vroegmiddeleeuwse beeldhouwwerken, best elegant. Je wandelt de poorten binnen op een symmetrisch pad naar het midden. Je bent net de neus van Barcelona gepasseerd, heel elegant neusje. Een klein wipje, dat voel je in de voeten. Eerst lieten we een foto nemen, gsm aan een jong koppeltje gegeven. Trouwens een goede tip als je op reis bent: 'Wil je een foto van jezelf? Geef je gsm dan door aan iemand in koppel, die durven hem niet te stelen want hebben een reputatie te houden tegenover hun liefje, in tegenstelling tot iemand alleen. Hoe jonger het koppeltje hoe beter.' Er staat een reusachtige fontein, diameter van 20 meter. De mond van Barcelona of La boca de Barcelona. Haar tong wriemelt en is klaar om je een goede lek te geven. Ik hou me toch in bij dit aquatisch schouwspel, er is nog meer aan dit plein.
Veel mannen, zo weet ik uit ervaring, kijken eerst naar de borsten, kont of benen van hun prooi. Ik snap de opwinding best, het laat me zeker niet koud, mooie benen, een ronde poep, een ravissante boezem. Toch zijn dat wat mij betreft oppervlakkige kwesties wanneer je voor het eerst haar ogen ziet. Dios mío, wat waren die van haar mooi! Flikkerend, reflecterend door het zonlicht verblindde haar ogen me even. Haar ziel werd hier aangeboden op een dienplaatje, andermaal gaf ze zichzelf bloot! Al dan nu niet fysiek, maar spiritueel. Recht voor me zag ik een tafereel dat me tot tranen toe bewoog. In het diepste van haar iris speelde er een film met onwaarschijnlijk mooie scènes. Er zat één enkele man in het midden van het plein: blote voeten, grijze baard van een goeie 25 centimeter lang, vuil tussen de rimpels van zijn kaken, ongewassen haar, ongevijlde nagels,... Kortom een toonbeeld der daklozen, niet slecht bedoeld. Hij bezat niet veel, enkel een dekentje en net genoeg kleren om zijn persoon te beschermen tegen een ongewilde boete ter openbare zedenschennis. Hij had ook een broodzak, vier broodzakken zelfs. Als herder der vrijheid, kwamen er !DUIZENDEN! duiven, mussen, mezen, zwaluwen,... allemaal een hapje nemen van het brood dat hij meehad. Ik keek wat dichter naar het tafereel, naar de man en zag plots dat hij een enorme lach op zijn gelaat had. Het was al even geleden dat ik iemand met een gelijke oprechte gelukzaligheid zag en het maakte me vreugdevoller dan ik me een lange tijd gevoeld had. De vogels zaten op zijn armen, benen, zelfs een op zijn hoofd! Heel het plein was bedekt met gevogelte dat op hol was geslaan door die kerel zijn vrijgevigheid. Ik vond het prachtig. Deze man staat symbool voor wat de ziel van Barcelona inhoudt. Onafhankelijkheid! Vrijheid! Het was een metafoor, geloof ik, om het belang dat Barcelona hecht aan zichzelf los te ketenen. Die man daar, dat was de herder, de hoeder van haar vrijheidsdrang. Hij hield haar in equilibrium op haar vrijheidsqueeste. Ik was ontroerd en hij was dolgelukkig door zijn taak op magistrale wijze te volbrengen.
Plots waren er een stelletje jongeren, godverdomse snotapen, die de rust verbraken door met een hevig gestamp de vogeltjes op te jagen. Ik werd plots uit de zielspoel van haar iris getrokken en kwam terug in de realiteit terecht. We moesten nog heel wat bezichtigen, nog heel wat zien en ik werd er ineens aan herinnerd dat ik dat op de juiste manier moest doen. Ik zou haar voor me winnen... Mijn Barcelona... Andermaal de schrik dat ik haar niet verdien...
Volgende dag, ik voel dat de angst die gister én eergister de overhand nam verandert in opwinding. Ten opzichte van gister, slaag ik er vandaag wél in om mezelf te overtuigen haar aan te kunnen. Sterker nog, vandaag trotseer ik haar met zwaard en schild, als oudsher, met de snelheid van het cavalerie. Barcelona wordt onrustig, haar luchtdrukken beginnen in de war te geraken. Er is storm op komst en zijn naam is Dimitri. Het is aan mij om te laten zien wat ik in mijn mars heb en dat is niet niks. Een heviger schepsel zal zij nooit in haar woelwater hebben gevoeld, mij zal ze opmerken! Enkel naar mij zal ze verlangen als ik afscheid van haar neem, niet andersom!
We betreden 'la Sagrada Familia' oftewel 'De Heilige Familie'. Grandioos. Die naam alleen staat met volle trots gegrift in elk Catalaans, architecturaal en christelijk hersenpan. Het gebeurt me niet vaak, ik kan me niet herinneren wanneer de laatste keer was, maar bij het instappen van haar skelet doet de basiliek me tot tranen bewegen. Je gelooft me vast niet, maar je zult nooit een mooier lichaam zien. Prachtig... Haar torentjes steken pienter uit boven de rest van de stad. Even wens ik ze vast te nemen, controle te nemen over het monument, haar helemaal in mijn hand hebben. Maar zo'n reus ben ik niet. Het is geen spelletje dat ik hier spelen kan, zoals mijn legoblokjes toen ik jonger was, eerbied houden is de zaak! Ik ben hier dan wel om haar de storm Dimitri te leren kennen, maar dat moet subtiel gebeuren. La Sagrada, je merkt het aan haar contouren en rondingen, ze zijn mooi gerond en van zachte makelij. Het is alsof er een schilder de gewelven met een zachte penseelstreek vorming heeft gegeven. Gaudi is die schilder, jij bent de haartjes op het einde van zijn penseel die meezwemt met wat er op doek wordt gezet, de basiliek. Het is alsof je in een oceaan van verleiding wordt gezogen en voor je het weet verdrink je. Je verdrinkt. Je verdrinkt in haar ziel. Ik ben in de war van mijn emotionele indruk. "Wat doe je godverdomme met me, Barcelona?"
Even bekomen.
Haar rondingen die ik zo adoreer, haar spitse torentjes,... Ze deden de moed andermaal zakken, niet in, maar zelfs nog onder men schoenen. Ik neem het, volgens mij verstandig, besluit enkel te kijken. Haar niet met mijn verscheurend verlangen grijp te nemen, geen al te gevaarlijk spel te spelen. nogmaals even een pauze nemen, hoofd naar beneden. Bekomen van deze schoonheid. Ik ben er eigenlijk niet voor gemaakt, zulk schoons waar te nemen. Het werpt me volledig van de kaart. Ik pink nog even een traantje weg en we gaan weer verder.
Het valt niet iedereen op, maar mij wel. Hoe zuidelijker je de stad ingaat, hoe natter de lucht wordt. Zo een 5 kilometer verder ligt de Middellandse Zee te woelen, wild te wezen. Het is een magneet die je op afstand bedwelmt met haar zeegeur. Je wordt erdoor aangetrokken, maar evengoed zij door jou. Een '+' en een '-'. Ik ben de '-', eigenlijk te min om haar aan te kunnen. Ik stel het voor aan mijn metgezel: "wat dacht je van een plonsje te wagen?" "Voor mij goed, mijn lieverd." Ook zij is bedwelmd. We gaan te voet, een busrit neemt de spanning er namelijk van af. Liever traag, sluimerend naar beneden, dan té snel.
De boulevards zijn uitgestrekt, je kan niet anders dan je tijd ervoor nemen. Je komt wat tegen op de route naar het Mediterrane zeegebied. Hippies die recht uit de jaren 70 zijn gekatapulteerd met bijhorende wietgeur, jongens die elkaar in hevigheid vervloeken om een meisje dat ze beiden willen, zigeuners die bedelen om een sigaretje want geld is daar ondermaats aan en de natuurlijke schoonheid van het Barcelonaesque gepeupel. We wandelen voorbij terrassen, van die soort waar ze in Antwerpen meer en meer afstand van nemen. Diegene die eraan moeten met de reden niet hip genoeg te zijn, waar de toeristen en jongeren niet kunnen voldoen aan het opgelegde trendy-zijn. Mij spreken ze aan, er zit veel charme in versletenheid, zo is het altijd geweest voor me. Ook al is 'versletenheid' niet het juiste woord, want ze zijn niet versleten. Ze zijn zo verloederd dat ze tot een nieuw niveau getild worden. Melancholisch, nostalgisch is beter gezegd. Ik hou van melancholiek en dus van haar terrasjes. We besluiten er eentje te bemannen met onze bezwete lijven. Een cola voor haar, een koffie voor mij. Ik las een tijdje terug dat warme dranken in tijden van hittegolven je lichaam moeten afkoelen. Tijd om dat eens in praktijk uit te proberen. De cafeïne begint door mijn lichaam te razen, wanneer er plots twee jongelingen een paar meter van ons terrasje een gitaar bovenhalen. Uiteraard, hoe kan het ook anders, een akoestische flamencogitaar. Meestal is het nogal duf om stereotypen bevestigd te zien worden, maar deze kan ik wel lusten. Heerlijk begint één van die twee jongens met een opzwepende cadans à la Paco de Lucía. De ander begint gitaar-loos met een meesterend geklap, je doet het maar. Voor ik het weet begeef ik me in een waan van vurige vrijerij, ik wil opstaan, haar vastnemen en men laaiend verlangen uitlaten en weldra nu! Ik begin zowaar een stijve te krijgen, heerlijk! Kom schat, dans met me, dans! De jongens spelen een versnelde, felle, bijna manische versie van La niña de fuego. Ik weet meteen waarover dit gaat, 'het vurige meisje'. Barcelona godverdomme! We dansen de zweetdruppels van ons lijf, eentje valt per accident in een glas cava zo'n 3 meter verderop. Madame cava geeft er niet om, onstuimig bewondert ze de jongens die momenteel in lichterlaaie staan. De cafeïne jaagt door m'n bloedvaten, bijna laat ik mijn furie op de grond vallen tot er een zweep van waanzin haar terug tot men bast werkt. Kus. Verder vrijen. De jongeman zijn palmas begeleiden ons tot zondigheid. We zijn satanisten die een duivelsdansje ter zijne hoogheid opvoeren! Cante Flamenco del diablo! Een laatste kreet neemt ons naar de climax van deze duivelse opvoering! Draai, hand op derrière, kus, laten zakken tot grond en finaal rechtop! Voorvocht in de onderbroek. Fuck.
Hijgend, kletsnat kijk ik de duivel in de ogen, ook al zijn het die van mijn liefste meisje. We zeggen geen woord, maar maken beiden uit dat we koeling nodig hebben. Zonder één woord laten we een onbetaalde rekening achter, ongeledigde dranken én een vurig duo die heel het terras inmiddels op handen en voeten doet kruipen door hun spel. Ik werp nog een blik terug en zie een dionysisch tafereel gaande, de goden van de flamenco hebben temperament! Wat een avontuur, wat een muziek! Wanneer we de hoek omslaan hoor ik het duo hun repertoire omgooien naar de Tango. Hoewel dit officieel tot de Argentijnen behoort, kunnen die Spanjaarden er ook wel wat van! Tango en Skaï, minstens even vurig opgevoerd als het vorige 'La niña de fuego'!
De tocht vanaf de spitse torentjes van La Sagrada Familia tot en met het woelige water, waar het aroma vandaan komt, daar waar alle schatten zijn begraven door elke zeerover die eerder haar oever passeerde, is lang. Lang, maar desalniettemin een belevenis die je meer en meer doet smachten naar de beloning daar beneden. We lopen onze benen eraf, zo snel is het nog nooit gegaan. Hoewel ik me had voorgenomen deze queeste naar haar zilte nat op een traag tempo af te leggen, kan ik nu de spanning amper houden. Als het steentje in een slingshot dat te hard werd aangespannen, gooi ik mezelf nu naar de werkelijke schat van Barcelona. Haar va-, zee.
We zijn er. We zijn er! Ik zie de dijken in de verte mijn zicht beletten op haar water. We wagen dichter te gaan. Vooraleer we de dijken over kunnen, komen we terecht in goed beboste parken. Hier kan onze kust nog wat van leren. Nogmaals ratel ik hier wellicht te veel over een simpele persoonlijke stijlkwestie. Toch kan ik me niet ontdoen aan de indruk dat bebossing voor het water, voor de kust, voor de dijken mooier is dan een compleet naakte boulevard richting een compleet naakte kustlijn. Esthetisch gezien is dit hoogstaand. Ze laat haar boompjes groeien, mooi zo. Het levert een veel mooier plaatje op. Het is interessanter, laat het oog in spanning door niet meteen te onthullen wat er zich achter deze bebossing ontluikt. Reeds wandelend in de parken, besluit ik mijn schoenen uit te trekken. Strelend met alles dat ik heb, ga ik over het lichte gras. Hemels is dit. We rijken tot haar dijken. De dijken of ook wel de venusheuvel van Barcelona genoemd. Eens op die venusheuvel verstar je. Verstart door andermaal de spanning en het minderheidscomplex. Natuurlijk ben ik minderwaardig aan de weelde die ik hier voor mijn ogen zie, de helderheid, de verblinding die het opwekt, El mar azul! Maar ik ga haar tegemoet, ik moet wel! Deze hele weg heb ik niet voor niets afgelegd. Ik ben geen lafaard, ik kan dit. Ik kan dit! Ik waag de duik naar beneden!
Vol moed baan ik me een weg naar beneden, daar waar mijn doel ligt te bonzen, woelen, krioelen,... Tot plots iets me tot stilstand brengt! Vooraleer ik het weet sta ik middenin het gedeelte van een naaktstrand! "Jezus Evi, Barcelona windt er wel helemaal geen doekjes om". Naakt dan maar! Als dat is wat ze van mij vraagt, om me helemaal bloot te geven, dan moet het maar. Kleren uit. Zo vlug mogelijk! Mijn piemelt hangt als een bang wezentje te bengelen tussen mijn benen, schrik voor het koude water. Ook de mooie meisjes die zo mooi zitten te bruinen in de zon brengen me in verlegenheid. Ik wil het niet, maar in een oogopslag zag ik een boezem zo mooi dat ik bijna mijn doel was vergeten. Concentratie Dimitri! Het lijkt wel een mijnenveld, zo veel mooie schepsels van de menselijke soort die hier zowaar al hun praal tentoonstellen. Ik probeer, met wisselend succes, mijn doel in zicht te houden. Het draait om HAAR, niet om hun die hier voor eender welke aap een kleurtje opdoen. Het is een truc, een valse truc om mij te doen neerhalen in haar liefdesspel. Mij heb je niet liggen, Barcelona! Ik ga als een razende zo snel als ik kan de zee in! Hoofden kijken op naar deze zot. Mij kan het niet deren, ik laat een hormonale kreet en werp me als een gek in het wilde water. Meteen ondergedompeld. Ik laat me helemaal wegzakken in haar geur, zoutsmaak in de bek. Ik wil hier verdrinken, beslis dat te doen ook. 1,2,3,4,5 meter diep laat ik me zakken, water begint in de longen te komen. Ik panikeer niet, ik heb me nog nooit zo vredig gevoeld. Hier wil ik sterven, God gun het mij!
Het licht lijkt uit te gaan...
Tot plots!!!!
Mijn liefje trekt me meedogenloos uit het woelwater! Ik wordt in de realiteit geworpen, ze beschermt me tegen mijn ondergang! Godzijdank heb ik haar toch... Ik wist niet wat ik deed... Ze heeft me gered, gered van die feeks die me bijna mijn doodsvonnis opschreef.
"Sorry... sorry! Ik weet niet was me bezielde, lieverd... Ik hield van haar Evi! Het is me allemaal te veel... Barcelona... "
Hoestend lag ik op het strand over mijn beleving van net daarvoor na te denken. 'Waarom deed *hoest* ik dit? Waarom *hoest* liet ik me *hoest* zo gaan? Misschien was *hoest* dit *hoest* wel de perfecte dood geweest? Barcelona *hoesterdehoest* wat doe je mij aan?!
De rest van de dag, neemt mijn eega het betere besluit, het wat rustiger aan te pakken. Relaxed eentje drinken, boekje hier en daar kopen en dan terug op weg naar de 'bnb'. We wandelen weer de boulevards af, maar deze keer let ik niet op waar ik stap. Het kan me niets schelen. Ik voel pijn, het is een slagveld dat ik bewandel. Hier heeft menig vent zijn laatste loodje neergelegd, velen zouden daar wel hebben gezonken, hier hun laatste adem uitgeblazen, daar ben ik zeker van. Gelukkig heb ik mijn Evitje nog, ik pak stevig haar hand vast. We lopen wat verder. Ze laat mijn hand los, ik ben haar kwijt. Ik kijk op en zie haar, zoals wel vaker, in de etalage van een tattooshop kijken. "Schat, daar hebben we nu echt geen tijd voor hoor" zeg ik al tergend. Ze blijft gewoon kijken, te veel liefde voor het vak of zoiets. Ik stap sloom naar haar toe. Ze spreekt:
"Ik weet dat je je niet te best voelt nu, maar wat dacht je van een tattoo te laten zetten, lieverd? Wij twee. Exact dezelfde, gegraveerd in ons lichaam, een verbintenis van onze liefde. Twee harten met de tekst: Sweet Dreams (luister: Sweet dreams, Tn - The last shadow puppets), naar het liedje dat ons samenbracht. Is mooi toch?"
Ik ben niet van het type zomaar impulsieve, onherroepelijke beslissingen te nemen. Deze vraag kwam als een vuistslag van Mike Tyson recht in mijn gezicht terecht. De volle 2 seconden heeft het me geduurd vooraleer ik zei...:
"Ja, schat, doen we!"
Daar eindigt mijn verhaal met Barcelona. Ik koos een tattoo te nemen, voor mijn eega, die zo vaak mijn leven heeft gered, maar ook voor haar... Ze was meer dan een bevlieging, iets uitzonderlijks. Barcelona heeft iets met me gedaan dat altijd zal blijven, een beest in me aangewakkerd. De tattoo zal ik laten zien aan mijn vrienden, om te bewijzen dat het niet een simpele onenightstand was. De liefde voor haar zal blijven, dat is zeker. Maar ik moet je ook kunnen achterlaten Barcelona, mijn hart was te zwak voor jouw temperament...
Ik en mijn eega, zo verliefd dat we een tattoo lieten zetten