Het credo

Het lijkt wellicht een pretentieus statement om mezelf "de professor der romantiek" te noemen. Het is alsof ik tegelijkertijd alles en niets weet van de liefde, een contradictie waarvan ik nu al weet dat ik er heel mijn bestaan op deze aardbol mee zal leven. Toch heb ik reeds ondervonden, lees hier een 21-jarige knaap, dat er niets zo belangrijk is als romantiek in mijn leven. Het gevolg van deze revelatie is onder meer deze blog, waarmee ik tracht een taak als apostel van de romantiek te vervullen, een taak waar ik niet voor gekozen heb maar die mij opgelegd is door een hoger bestaan. Een strijd voor romantiek zal ik voeren, tot ze mij op mijn knieën brengt door haar verbijsterende kracht. Ik leef als dader én slachtoffer van de romantiek, elke uithoek van haar bestaan wil ik ontdekken, tot op het punt dat men mij niet langer Dimitri, maar geheel rechtvaardig Dé Professor der Romantiek noemt.

dinsdag 8 november 2022

La niña de fuego y Tango en skaï (Een ode aan Barcelona)

Barcelona, mijn vurig meisje.

Een week duurde het, ons reisje naar deze befaamde stad. Ik kon ervan op aan, zo zei me menig keer, dat dit een ervaring zou worden die ik niet rap zou vergeten. Ze hebben wellicht gelijk, een 2-tal maand verder en de herinnering staat nog steeds gegrift in mijn geheugen. Dat kan wel tellen. Meestal zijn de inzichten die je krijgt na een beleving van dergelijk avontuurtje na een week huismussen weer voorbij. Je verbreedde horizon, waar je zo'n nood aan had, begint te kwijnen onder de wirwar van de dagelijkse sleur. Eens thuis betekent het niets meer dan een onenightstand waarvan je even kon opscheppen tegen je vrienden. 

Maar zij was méér, haar heb ik levendig onthouden. Barcelona. Ze was subliem. 

Ik zei het tegen mijn eega, dat ik nog nooit zo verheugd op een vliegveld stond. Dat vond ze fijn, maar haar was het doel van deze reis weer ontgaan: "Wouden we niet ooit naar Londen? Of Berlijn? Waarom hebben we daar niet voor gekozen Dimitri? Ach ja, toch bedankt voor het reisje, dit zal ook wel leuk worden."  Dat dacht ik ook lieverd. Nou, dat denk ik nog altijd, maar ik moet je iets opbiechten. Nu dat we hier in Zaventem staan, besef ik me plots dat we niet in Barcelona, wel in Gerona landen. Een kleine 100 kilometer verder van hét doel. Zij.

Shit. Godverdomse oetlul dat je bent. Dat is weer iets typisch voor je, eikel. 

Er zijn zelden momenten dat ik mezelf haat, zelfhaat levert niets op. Maar toen zonk ik rechtstreeks de diepte in van de schaamte voor mijn rottigheid. Toch fatsoeneer ik me door deze woorden niet luidop uit te kreunen, maar juist de moed hoog op te houden door volgende zin: "Daar kunnen we wel tegen schat, we boeken gewoon een hotel en gaan morgen naar de stad." 

De morgen daarop.

We traden in haar omgeving. Bloedheet was ze, 34 graden Celsius exact. Barcelona doet je zweten, zelfs 100 kilometer verderop voelden we haar aura. Nog 50 kilometer per trein en we bezwijken bijna onder de gedachte haar in te treden. We arriveren en bekomen van onze queeste. Haar zien is waar dit om draait, haar voelen ook. We komen aan in een achterbuurt, op een halfuur wandelen ligt onze bed & breakfast. Deze wandeling naar onze 'b&b' maakt iets duidelijk. Om haar schatten te vinden, om haar weelde te ontdekken, om de waarheid van Barcelona te doorgronden... moet men moeite doen. Ze laat zich niet zomaar zien. Hoewel bij elk stukje plavei dat we bewandelen er een stukje van haar ziel ontbloot, is het duidelijk dat ze veel meer in haar mars heeft. We zijn er nog maar net, maar ik ben reeds betoverd in één oogopslag door haar omkadering. 

"We zijn gearriveerd, liefste!", ik plof neer. Denkend aan wat nog te komen staat, kijk ik hoe mijn eega beweegt in ons klein kamertje. Wat heeft ze toch mooie heupen. Of het een biologisch instinct betreft of gewoon een kwestie van smaak, weet ik niet, maar het doet me wel wat. Die heupen. Ze beweegt heen en weer, boven en onder om al haar spulletjes netjes een plaats in het kamertje te geven, terwijl ik genoegen neem met mijn kleren in de valies te houden. Ze werpt een blik naar me. "Schat, kom eens van dat bed, we moeten nog veel bezichtigen vandaag én we hebben maar een week!". Ze heeft andermaal gelijk, ik heb geen tijd om te rusten. Geen tijd om op mijn gemak te luieren. We zijn in Barcelona. Zij bekommert zich niet om lamzakkerij! Voor haar moet je moeite doen, laten zien dat je haar schoonheid waard bent. Zweten, puffen tot je erbij neervalt luiaard! 

Onze tocht begint meteen bij één van haar pronkstukken, park Güell, ergens noordelijk van de binnenstad. Meeste toeristen komen voor de huisjes, die van ene Gaudi. Ik begrijp het wel, iets gelijkaardigs zie je niet elders. Ook ik zit vol verwondering bij het aanschouwen van deze creatieve losbandigheid. Het is alsof je bij elk stukje huis een kronkel ziet van het brein van zijn schepper. Het is harmonieuze chaos, ik hou er wel van. Toch -ik kan er niet aan doen- lonken mijn ogen meer naar de plaatselijke fauna & flora. We wandelen rakelings nabij een gigantische metropool, maar ik bevind me in het Hof van Eden. De vegetatie is wonderlijk, een variatie van Magnolia's tot Montereycipressen. Ook aardbei -en amandelbomen groeien er. De vogeltjes nestelen in het kruin, hun gezang is even melodieus als de architectuur harmonieus is. Je komt ogen, oren te kort om alles waar te nemen. Ik ben blij dat mijn eega er is, zo vermenigvuldigen we onze verwondering. Die verwondering is compleet wanneer je het hoogste punt bereikt. Vanaf hier, boven het gewas, zie je alles. Alles wat zij ons te vertellen heeft. Haar verleden, haar heden, zelfs een stukje toekomst. Ze geeft zich plotsklaps helemaal bloot, haar negligé valt met een elegante zwaai af. Ik was er eerlijk gezegd niet klaar voor, het brengt me in verlegenheid. Het maakt me zelfs beangstigend. Begrijp me niet verkeerd, dit zicht is een cadeau als geen ander, maar of ik het verdien... Wat verwacht ze als tegenprestatie? Dit kan niet voor niets zijn, ik ken haar reeds te goed. Ze is te mooi om mij, in vergelijking met haar een schunnig ventje, dit zomaar te schenken. Ik neem me vanaf nu voor om bij elk stukje Barcelona nederig te zijn, om grondig mijn tijd te nemen voor elke plekje dat ze me aanbiedt. Ik zeg het tegen mijn meisje: "Evi, we mogen Barcelona niet besmeuren, dit verdienen we niet zomaar, het is onze plicht haar eer aan te doen". Ik durf nog eenmaal, blozend, een kijk te nemen vooraleer we de rest van ons avontuur beginnen. 

Barcelona heeft een wonderlijke haardos met de naam 'park Güell'. 


Park Güell: van bovenaan de heuvel


Later op de dag eten we voor het gemak een pizza ergens in een restaurantje. Eentje waarvan je meteen weet -door het Ikea-meubilair, foto van Rome aan de muur, tafelbedekking à carreaux (waarschijnlijk ook te vinden in Ikea) en ledkaarsen- dat het goedkoop is. Nooit begrepen waarom men tracht Italië na te bootsen in een restaurant in Spanje, of eender welk land. Het smaakte me niet, ik moest walgen van het feit dat ik net werd ondergedompeld in een kitscherig na-makerij, juist nadat ik haar ontbloot lijf  had mogen bewonderen. 

Barcelona, ik had er 's nachts een natte droom over.

De ochtend breekt aan en we hebben geen plan voor de dag. Aangedaan door de gebeurtenis vannacht, probeer ik wat ontbijt in mijn strot te rammen. Mijn eega, met haar heerlijke heupen, kijkt wat er allemaal te doen valt in de stad. Geloof me, het is best veel. Na een tijdje beraadslagen -of noem het eerlijker ik die luister naar wat ze te zeggen heeft-, besluiten we de metro te nemen naar het Plaça De Catalunya. De metro, iets waar wij Belgen een jaar van ons leven aan spenderen om erop te wachten, altijd te laat die dingen. Dat kan je hier niet zeggen! Millimeterwerk maken ze er hier van om op tijd te arriveren, het wordt zelfs met een klok aangegeven! We stappen op en sjezen met nog een 100-tal andere snelheidsduivels richting Plaça De Catalunya. Op zo'n 10 minuten zijn we er, aan het gezicht van Barcelona. Hier ligt het gelaat, hier houdt ze iedereen en alles in het oog. Het is een prachtig aangezicht, je danst er zo de flamenco van. Je moet vooraleer je het plein kan betreden door de grote poorten. Die staan gedecoreerd met vroegmiddeleeuwse beeldhouwwerken, best elegant. Je wandelt de poorten binnen op een symmetrisch pad naar het midden. Je bent net de neus van Barcelona gepasseerd, heel elegant neusje. Een klein wipje, dat voel je in de voeten. Eerst lieten we een foto nemen, gsm aan een jong koppeltje gegeven. Trouwens een goede tip als je op reis bent: 'Wil je een foto van jezelf? Geef je gsm dan door aan iemand in koppel, die durven hem niet te stelen want hebben een reputatie te houden tegenover hun liefje, in tegenstelling tot iemand alleen. Hoe jonger het koppeltje hoe beter.' Er staat een reusachtige fontein, diameter van 20 meter. De mond van Barcelona of  La boca de Barcelona. Haar tong wriemelt en is klaar om je een goede lek te geven. Ik hou me toch in bij dit aquatisch schouwspel, er is nog meer aan dit plein. 

Veel mannen, zo weet ik uit ervaring, kijken eerst naar de borsten, kont of benen van hun prooi. Ik snap de opwinding best, het laat me zeker niet koud, mooie benen, een ronde poep, een ravissante boezem. Toch zijn dat wat mij betreft oppervlakkige kwesties wanneer je voor het eerst haar ogen ziet. Dios mío, wat waren die van haar mooi! Flikkerend, reflecterend door het zonlicht verblindde haar ogen me even. Haar ziel werd hier aangeboden op een dienplaatje, andermaal gaf ze zichzelf bloot! Al dan nu niet fysiek, maar spiritueel. Recht voor me zag ik een tafereel dat me tot tranen toe bewoog. In het diepste van haar iris speelde er een film met onwaarschijnlijk mooie scènes. Er zat één enkele man in het midden van het plein: blote voeten, grijze baard van een goeie 25 centimeter lang, vuil tussen de rimpels van zijn kaken, ongewassen haar, ongevijlde nagels,... Kortom een toonbeeld der daklozen, niet slecht bedoeld. Hij bezat niet veel, enkel een dekentje en net genoeg kleren om zijn persoon te beschermen tegen een ongewilde boete ter openbare zedenschennis. Hij had ook een broodzak, vier broodzakken zelfs. Als herder der vrijheid, kwamen er !DUIZENDEN! duiven, mussen, mezen, zwaluwen,... allemaal een hapje nemen van het brood dat hij meehad. Ik keek wat dichter naar het tafereel, naar de man en zag plots dat hij een enorme lach op zijn gelaat had. Het was al even geleden dat ik iemand met een gelijke oprechte gelukzaligheid zag en het maakte me vreugdevoller dan ik me een lange tijd gevoeld had. De vogels zaten op zijn armen, benen, zelfs een op zijn hoofd! Heel het plein was bedekt met gevogelte dat op hol was geslaan door die kerel zijn vrijgevigheid. Ik vond het prachtig. Deze man staat symbool voor wat de ziel van Barcelona inhoudt. Onafhankelijkheid! Vrijheid! Het was een metafoor, geloof ik, om het belang dat Barcelona hecht aan zichzelf los te ketenen. Die man daar, dat was de herder, de hoeder van haar vrijheidsdrang. Hij hield haar in equilibrium op haar vrijheidsqueeste. Ik was ontroerd en hij was dolgelukkig door zijn taak op magistrale wijze te volbrengen.

Plots waren er een stelletje jongeren, godverdomse snotapen, die de rust verbraken door met een hevig gestamp de vogeltjes op te jagen. Ik werd plots uit de zielspoel van haar iris getrokken en kwam terug in de realiteit terecht. We moesten nog heel wat bezichtigen, nog heel wat zien en ik werd er ineens aan herinnerd dat ik dat op de juiste manier moest doen. Ik zou haar voor me winnen... Mijn Barcelona... Andermaal de schrik dat ik haar niet verdien... 

Volgende dag, ik voel dat de angst die gister én eergister de overhand nam verandert in opwinding. Ten opzichte van gister, slaag ik er vandaag wél in om mezelf te overtuigen haar aan te kunnen. Sterker nog, vandaag trotseer ik haar met zwaard en schild, als oudsher, met de snelheid van het cavalerie. Barcelona wordt onrustig, haar luchtdrukken beginnen in de war te geraken. Er is storm op komst en zijn naam is Dimitri. Het is aan mij om te laten zien wat ik in mijn mars heb en dat is niet niks. Een heviger schepsel zal zij nooit in haar woelwater hebben gevoeld, mij zal ze opmerken! Enkel naar mij zal ze verlangen als ik afscheid van haar neem, niet andersom!

We betreden 'la Sagrada Familia' oftewel 'De Heilige Familie'. Grandioos. Die naam alleen staat met volle trots gegrift in elk Catalaans, architecturaal en christelijk hersenpan. Het gebeurt me niet vaak, ik kan me niet herinneren wanneer de laatste keer was, maar bij het instappen van haar skelet doet de basiliek me tot tranen bewegen. Je gelooft me vast niet, maar je zult nooit een mooier lichaam zien. Prachtig... Haar torentjes steken pienter uit boven de rest van de stad. Even wens ik ze vast te nemen, controle te nemen over het monument, haar helemaal in mijn hand hebben. Maar zo'n reus ben ik niet. Het is geen spelletje dat ik hier spelen kan, zoals mijn legoblokjes toen ik jonger was, eerbied houden is de zaak! Ik ben hier dan wel om haar de storm Dimitri te leren kennen, maar dat moet subtiel gebeuren. La Sagrada, je merkt het aan haar contouren en rondingen, ze zijn mooi gerond en van zachte makelij. Het is alsof er een schilder de gewelven met een zachte penseelstreek vorming heeft gegeven. Gaudi is die schilder, jij bent de haartjes op het einde van zijn penseel die meezwemt met wat er op doek wordt gezet, de basiliek. Het is alsof je in een oceaan van verleiding wordt gezogen en voor je het weet verdrink je. Je verdrinkt. Je verdrinkt in haar ziel. Ik ben in de war van mijn emotionele indruk. "Wat doe je godverdomme met me, Barcelona?" 

Even bekomen. 

Haar rondingen die ik zo adoreer, haar spitse torentjes,... Ze deden de moed andermaal zakken, niet in, maar zelfs nog onder men schoenen. Ik neem het, volgens mij verstandig, besluit enkel te kijken. Haar niet met mijn verscheurend verlangen grijp te nemen, geen al te gevaarlijk spel te spelen. nogmaals even een pauze nemen, hoofd naar beneden. Bekomen van deze schoonheid. Ik ben er eigenlijk niet voor gemaakt, zulk schoons waar te nemen. Het werpt me volledig van de kaart. Ik pink nog even een traantje weg en we gaan weer verder.  

Het valt niet iedereen op, maar mij wel. Hoe zuidelijker je de stad ingaat, hoe natter de lucht wordt. Zo een 5 kilometer verder ligt de Middellandse Zee te woelen, wild te wezen. Het is een magneet die je op afstand bedwelmt met haar zeegeur. Je wordt erdoor aangetrokken, maar evengoed zij door jou. Een '+' en een '-'. Ik ben de '-', eigenlijk te min om haar aan te kunnen. Ik stel het voor aan mijn metgezel: "wat dacht je van een plonsje te wagen?" "Voor mij goed, mijn lieverd." Ook zij is bedwelmd. We gaan te voet, een busrit neemt de spanning er namelijk van af. Liever traag, sluimerend naar beneden, dan té snel. 

De boulevards zijn uitgestrekt, je kan niet anders dan je tijd ervoor nemen. Je komt wat tegen op de route naar het Mediterrane zeegebied. Hippies die recht uit de jaren 70 zijn gekatapulteerd met bijhorende wietgeur, jongens die elkaar in hevigheid vervloeken om een meisje dat ze beiden willen, zigeuners die bedelen om een sigaretje want geld is daar ondermaats aan en de natuurlijke schoonheid van het Barcelonaesque gepeupel. We wandelen voorbij terrassen, van die soort waar ze in Antwerpen meer en meer afstand van nemen. Diegene die eraan moeten met de reden niet hip genoeg te zijn, waar de toeristen en jongeren niet kunnen voldoen aan het opgelegde trendy-zijn. Mij spreken ze aan, er zit veel charme in versletenheid, zo is het altijd geweest voor me. Ook al is 'versletenheid' niet het juiste woord, want ze zijn niet versleten. Ze zijn zo verloederd dat ze tot een nieuw niveau getild worden. Melancholisch, nostalgisch is beter gezegd. Ik hou van melancholiek en dus van haar terrasjes. We besluiten er eentje te bemannen met onze bezwete lijven. Een cola voor haar, een koffie voor mij. Ik las een tijdje terug dat warme dranken in tijden van hittegolven je lichaam moeten afkoelen. Tijd om dat eens in praktijk uit te proberen. De cafeïne begint door mijn lichaam te razen, wanneer er plots twee jongelingen een paar meter van ons terrasje een gitaar bovenhalen. Uiteraard, hoe kan het ook anders, een akoestische flamencogitaar. Meestal is het nogal duf om stereotypen bevestigd te zien worden, maar deze kan ik wel lusten. Heerlijk begint één van die twee jongens met een opzwepende cadans à la Paco de Lucía. De ander begint gitaar-loos met een meesterend geklap, je doet het maar. Voor ik het weet begeef ik me in een waan van vurige vrijerij, ik wil opstaan, haar vastnemen en men laaiend verlangen uitlaten en weldra nu! Ik begin zowaar een stijve te krijgen, heerlijk! Kom schat, dans met me, dans! De jongens spelen een versnelde, felle, bijna manische versie van La niña de fuego. Ik weet meteen waarover dit gaat, 'het vurige meisje'. Barcelona godverdomme! We dansen de zweetdruppels van ons lijf, eentje valt per accident in een glas cava zo'n 3 meter verderop. Madame cava geeft er niet om, onstuimig bewondert ze de jongens die momenteel in lichterlaaie staan. De cafeïne jaagt door m'n bloedvaten, bijna laat ik mijn furie op de grond vallen tot er een zweep van waanzin haar terug tot men bast werkt. Kus. Verder vrijen. De jongeman zijn palmas begeleiden ons tot zondigheid. We zijn satanisten die een duivelsdansje ter zijne hoogheid opvoeren! Cante Flamenco del diablo! Een laatste kreet neemt ons naar de climax van deze duivelse opvoering! Draai, hand op derrière, kus, laten zakken tot grond en finaal rechtop! Voorvocht in de onderbroek. Fuck. 

Hijgend, kletsnat kijk ik de duivel in de ogen, ook al zijn het die van mijn liefste meisje. We zeggen geen woord, maar maken beiden uit dat we koeling nodig hebben. Zonder één woord laten we een onbetaalde rekening achter, ongeledigde dranken én een vurig duo die heel het terras inmiddels op handen en voeten doet kruipen door hun spel. Ik werp nog een blik terug en zie een dionysisch tafereel gaande, de goden van de flamenco hebben temperament! Wat een avontuur, wat een muziek! Wanneer we de hoek omslaan hoor ik het duo hun repertoire omgooien naar de Tango. Hoewel dit officieel tot de Argentijnen behoort, kunnen die Spanjaarden er ook wel wat van! Tango en Skaï, minstens even vurig opgevoerd als het vorige 'La niña de fuego'! 

De tocht vanaf de spitse torentjes van La Sagrada Familia tot en met het woelige water, waar het aroma vandaan komt, daar waar alle schatten zijn begraven door elke zeerover die eerder haar oever passeerde, is lang.  Lang, maar desalniettemin een belevenis die je meer en meer doet smachten naar de beloning daar beneden. We lopen onze benen eraf, zo snel is het nog nooit gegaan. Hoewel ik me had voorgenomen deze queeste naar haar zilte nat op een traag tempo af te leggen, kan ik nu de spanning amper houden. Als het steentje in een slingshot dat te hard werd aangespannen, gooi ik mezelf nu naar de werkelijke schat van Barcelona. Haar va-, zee.

We zijn er. We zijn er! Ik zie de dijken in de verte mijn zicht beletten op haar water. We wagen dichter te gaan. Vooraleer we de dijken over kunnen, komen we terecht in goed beboste parken. Hier kan onze kust nog wat van leren. Nogmaals ratel ik hier wellicht te veel over een simpele persoonlijke  stijlkwestie. Toch kan ik me niet ontdoen aan de indruk dat bebossing voor het water, voor de kust, voor de dijken mooier is dan een compleet naakte boulevard richting een compleet naakte kustlijn. Esthetisch gezien is dit hoogstaand. Ze laat haar boompjes groeien, mooi zo. Het levert een veel mooier plaatje op. Het is interessanter, laat het oog in spanning door niet meteen te onthullen wat er zich achter deze bebossing ontluikt. Reeds wandelend in de parken, besluit ik mijn schoenen uit te trekken. Strelend met alles dat ik heb, ga ik over het lichte gras. Hemels is dit. We rijken tot haar dijken. De dijken of ook wel de venusheuvel van Barcelona genoemd. Eens op die venusheuvel verstar je. Verstart door andermaal de spanning en het minderheidscomplex. Natuurlijk ben ik minderwaardig aan de weelde die ik hier voor mijn ogen zie, de helderheid, de verblinding die het opwekt, El mar azul! Maar ik ga haar tegemoet, ik moet wel! Deze hele weg heb ik niet voor niets afgelegd. Ik ben geen lafaard, ik kan dit. Ik kan dit! Ik waag de duik naar beneden!

Vol moed baan ik me een weg naar beneden, daar waar mijn doel ligt te bonzen, woelen, krioelen,... Tot plots iets me tot stilstand brengt! Vooraleer ik het weet sta ik middenin het gedeelte van een naaktstrand! "Jezus Evi, Barcelona windt er wel helemaal geen doekjes om". Naakt dan maar! Als dat is wat ze van mij vraagt, om me helemaal bloot te geven, dan moet het maar. Kleren uit. Zo vlug mogelijk! Mijn piemelt hangt als een bang wezentje te bengelen tussen mijn benen, schrik voor het koude water. Ook de mooie meisjes die zo mooi zitten te bruinen in de zon brengen me in verlegenheid. Ik wil het niet, maar in een oogopslag zag ik een boezem zo mooi dat ik bijna mijn doel was vergeten. Concentratie Dimitri! Het lijkt wel een mijnenveld, zo veel mooie schepsels van de menselijke soort die hier zowaar al hun praal tentoonstellen. Ik probeer, met wisselend succes, mijn doel in zicht te houden. Het draait om HAAR, niet om hun die hier voor eender welke aap een kleurtje opdoen. Het is een truc, een valse truc om mij te doen neerhalen in haar liefdesspel. Mij heb je niet liggen, Barcelona! Ik ga als een razende zo snel als ik kan de zee in! Hoofden kijken op naar deze zot.  Mij kan het niet deren, ik laat een hormonale kreet en werp me als een gek in het wilde water. Meteen ondergedompeld. Ik laat me helemaal wegzakken in haar geur, zoutsmaak in de bek. Ik wil hier verdrinken, beslis dat te doen ook. 1,2,3,4,5 meter diep laat ik me zakken, water begint in de longen te komen. Ik panikeer niet, ik heb me nog nooit zo vredig gevoeld. Hier wil ik sterven, God gun het mij!

Het licht lijkt uit te gaan...


Tot plots!!!! 

Mijn liefje trekt me meedogenloos uit het woelwater! Ik wordt in de realiteit geworpen, ze beschermt me tegen mijn ondergang! Godzijdank heb ik haar toch... Ik wist niet wat ik deed... Ze heeft me gered, gered van die feeks die me bijna mijn doodsvonnis opschreef. 

"Sorry... sorry! Ik weet niet was me bezielde, lieverd... Ik hield van haar Evi! Het is me allemaal te veel... Barcelona... "

Hoestend lag ik op het strand over mijn beleving van net daarvoor na te denken. 'Waarom deed *hoest* ik dit? Waarom *hoest* liet ik me *hoest* zo gaan? Misschien was *hoest* dit *hoest* wel de perfecte dood geweest? Barcelona *hoesterdehoest* wat doe je mij aan?! 

De rest van de dag, neemt mijn eega het betere besluit, het wat rustiger aan te pakken. Relaxed eentje drinken, boekje hier en daar kopen en dan terug op weg naar de 'bnb'. We wandelen weer de boulevards af, maar deze keer let ik niet op waar ik stap. Het kan me niets schelen. Ik voel pijn, het is een slagveld dat ik bewandel. Hier heeft menig vent zijn laatste loodje neergelegd, velen zouden daar wel hebben gezonken, hier hun laatste adem uitgeblazen, daar ben ik zeker van. Gelukkig heb ik mijn Evitje nog, ik pak stevig haar hand vast. We lopen wat verder. Ze laat mijn hand los, ik ben haar  kwijt. Ik kijk op en zie haar, zoals wel vaker, in de etalage van een tattooshop kijken. "Schat, daar hebben we nu echt geen tijd voor hoor" zeg ik al tergend. Ze blijft gewoon kijken, te veel liefde voor het vak of zoiets. Ik stap sloom naar haar toe. Ze spreekt:

"Ik weet dat je je niet te best voelt nu, maar wat dacht je van een tattoo te laten zetten, lieverd? Wij twee. Exact dezelfde, gegraveerd in ons lichaam, een verbintenis van onze liefde. Twee harten met de tekst: Sweet Dreams (luister: Sweet dreams, Tn - The last shadow puppets), naar het liedje dat ons samenbracht. Is mooi toch?" 

Ik ben niet van het type zomaar impulsieve, onherroepelijke beslissingen te nemen. Deze vraag kwam als een vuistslag van Mike Tyson recht in mijn gezicht terecht. De volle 2 seconden heeft het me geduurd vooraleer ik zei...: 

"Ja, schat, doen we!"

Daar eindigt mijn verhaal met Barcelona. Ik koos een tattoo te nemen, voor mijn eega, die zo vaak mijn leven heeft gered, maar ook voor haar... Ze was meer dan een bevlieging, iets uitzonderlijks. Barcelona heeft iets met me gedaan dat altijd zal blijven, een beest in me aangewakkerd. De tattoo zal ik laten zien aan mijn vrienden, om te bewijzen dat het niet een simpele onenightstand was. De liefde voor haar zal blijven, dat is zeker. Maar ik moet je ook kunnen achterlaten Barcelona, mijn hart was te zwak voor jouw temperament...


Ik en mijn eega, zo verliefd dat we een tattoo lieten zetten


donderdag 11 augustus 2022

Echte liefde is durven loslaten, daar is moed voor nodig

Vrijdagnacht. De tocht die ik meteen ga afleggen zal een lijdensweg worden, daar ben ik van overtuigd. Zoals gewoonlijk ben ik opgeroepen op de werkvloer. Zie je, ik doe meestal de nachtshiften, want het zit me in het bloed nachtraaf te zijn. Al van jongs af aan. Terwijl mijn klasgenootjes van het 4de leerjaar in de basisschool rond 21 uur sliepen, koos ik liever het eerder schappelijke 2 uur na middernacht. In het middelbaar werd het naarmate de jaren verstreken alsmaar beter met mijn zombie-bestaan, of erger, het is maar hoe dat je het bekijkt. Zo werd het met het jaar een uur later, zodat ik in het 6e en laatste jaar vaker en vaker "nachtje door" deed. Vaker sliep ik op de schoolbanken dan in mijn zetel thuis (want gebrek aan bed). Ik heb dat 6e jaar, trouwens elk jaar sinds het 2e middelbaar, verschrikkelijke punten gehaald. Dat wil zeggen: vastberaden te zijn, zodra je het rapport van het laatste semester in je handen kreeg, om je ouders heel je leven te negeren uit schrik dat ze dat ene rapport ooit te zien kregen. Liever dat dan de schaamte. Ach ja, wat maakt het ook uit. Uiteindelijk heb ik geen enkel jaar moeten overdoen, wat vooral te maken had met het feit dat ik goed in de schoot lag bij mijn docenten. Met charme geraak je ver in de wereld, kinderen. 

De lijdensweg op. Je was kwaad op me, bent kwaad op me. We zijn zo achterlijk geweest, pardon, ik ben zo achterlijk geweest om zowaar de fietssleutel te vergeten. Dan maar te voet terug, één uur en een half wandelen. Jij zit je daar in bed te vermaken op slecht entertainment (tiktok), alles is goed om het gesprek dat we naderhand gaan houden te ontwijken. Je bereidt je er niet mentaal op voor, waarom zou je? De conversatie die we - uitstellers als we zijn- al lang moesten houden, wil je helemaal niet hebben. Ik denk er hetzelfde over. Liever uit de weg gaan zolang het kan. 

Toch begin ik mijn calvarietocht bij het pakken van mijn rugzak en "een goedenacht gewenst" aan mijn collega's. Het liefst zou ik alles uitstorten wat er gaande is tussen ons aan hen, maar het maakt me te beschaamd te vertellen dat na 1,5 maand verloofd te zijn, onze relatie op breken staat. "Dan heb je er toch niet echt goed genoeg over nagedacht hé, Dimitri? Anderhalve maand verloofd en het is al om zeep." Mijn antwoord zou wellicht iets zijn als: "Denken doe je nooit in de liefde." Maar dan nog kan ik het niet, mijn hart luchten. De wonde is te vers en wat er nog te komen staat, maakt me te onzeker in het verhaal dat ik aan mijn collega's kan vertellen. 

Het regent dat het giet. Elke druppel die in mijn kleren drenkt, is symboliek voor de tranen die straks zullen vloeien. Het is de dag der oordeels, de geschiedenisboeken staan vol van soortgelijke opnames: De kruisiging van Christus, de Nakba, de moord op Frans Ferdinand, de doodsteken van Brutus aan het adres van Caesar... Het kan allemaal niet tippen aan dit moment. Hier staat iets grootser te gebeuren dan ik ooit voorzien had, het is een kwestie van een leven met jou of een eenzame dood. Dé dag des oordeels.



(Het laatste oordeel - Hans Memling)

Ik strompel verder, mijn schoenen doorweekt. Bij elke stap voel ik de zomp hoger kruipen. Het zal niet lang meer duren vooraleer er schimmels en paddenstoelen groeien op deze moerasgrond aan mijn zool. Ik maak me de bedenking dat je het me nog zei: "Met die scheur in je schoenen, zo kan je toch niet over straat lopen?" Je had gelijk. Ik loop hoe langer hoe meer op meer voet dan schoen. Het kwelt me te weten dat je gelijk hebt, ook al gaat het over iets banaals als mijn kledingdracht. Het geeft me namelijk het gevoel dat je daarstraks misschien ook wel gelijk had toen je me klootzak noemde, ook al zat daar geen enkele rede achter. 

Je belt me. Let's dance van David Bowie is de beltoon. Dansen is nu niet aan de orde David, maar toch bedankt voor het verzoek. Je bent lief tegen me, zelfs poeslief. Het staat in enorm contrast tegen de furie die je daarstraks was. Ik probeer ook lief tegen je te zijn, woede levert me namelijk niets op. Wat er gezegd is geweest in dit gesprek, heb ik wellicht bewust uit mijn hersenpan verwijdert. Echter stond het vast dat we afstand van elkaar moesten nemen, liefst zo snel mogelijk. Het maakt deze tocht 100x ellendiger. Ik stap de dood tegemoet, de dood van ons zijn met elkaar.

De vermoeidheid maakt me verward. Ik loop een wassalon langs, de kantineverlichting schijnt zoals altijd te fel in mijn ogen. Het lijkt wel een portaal te zijn naar de hemel. Voor een klein moment denk ik dat ook werkelijk wanneer ik een automaat zie staan met lekkere snacks. Na zo een 10 uur te werken en al even niets door de strot te laten gaan, heb ik wel een hongerke. Ik wend me naar de automaat, stop een 2 euro in de gleuf en wacht vol enthousiasme op de verlossing. Ik grijp met m'n hand naar de opening, neem het pakje met lekkernijen en net voor ik een van deze inslik, komt het besef. Deze automaat heeft enkel wasmiddel in zijn assortiment! Verschrikt kijk ik naar het goedje dat ik heb opengereten en nu in mijn hand ligt te kleven. Mocht ik nu doodvallen, wat best een choquerend besluit is, zou ik het nog niet zo erg vinden. Uiteindelijk zijn we nu nog samen, wat me een fijner einde aan mijn bestaan lijkt te zijn dan zonder jou. 

Ik kan er niet meer onderuit, de weg die ik nu nog afleg, loopt rechtstreeks naar ons einde. Ik pak mijn sleutel vast en doe de deur open. Je hebt me opgewacht, best lief van je. We beginnen beide meteen te huilen. De confrontatie van elkaars blik was even te veel. We trachten, ondanks het schreien, ons uit te drukken in woorden, maar dat blijkt niet nodig. Onze kreten blijken genoeg te zijn om elkaar te verstaan, we kennen elkaar immers best goed. Je vraagt je af of het goed is om nu nog bij elkaar te slapen, om elkaar vast te houden, elkaar te kussen. Eerlijk gezegd, ik weet het niet. Voor mij bestaat er op dit moment geen onderscheid tussen goed en slecht, het enige waar ik aan kan denken zijn je lippen. Het spijt me lief, ik weet dat dit allemaal van enorm belang is, maar het kan me eigenlijk geen moer schelen wat het beste is voor ons. Ik wil je gewoon kussen. 

We doen het. Het voelt goed. Beter dan ooit zelfs. Wat ben ik toch een lul seg! Nu we op het punt staan elkaar niet meer te zien, besef ik me pas hoe goed je proeft. Heerlijk! Hier wil ik helemaal geen afstand van nemen, nooit niet. Jij ook niet, dat kan ik voelen. Onze lichamen vullen elkaar té goed aan. 

Maar alsnog besluiten we onder het mom van de wetten der rede, dat het beter is om morgenvroeg elkaar uit te wuiven. Idioten dat we zijn. We hebben ons laten vatten door de logica, dan nog wel in de liefde! We hadden beter moeten weten dan ons te verlagen tot dit niveau, schat. Denken in de liefde is zowat de grootste stommiteit als je het mij vraagt.

Natuurlijk hebben we onze moeilijkheden en uiteraard moeten we daar naar luisteren, maar schat... We zijn niet met elkaar samen uit gemak. We hebben elkaar niet het ja-woord gegeven opdat ons leven er zo makkelijker op zou worden. Sorry, maar ik ben nooit van het type geweest dat een reisje boekt naar een full-service hotel en alles krijgt naar wens. Neen, zulke mensen zijn saai, ze zullen nooit het avontuur der liefde begrijpen. Wij daarentegen zijn avontuurlijk lieverd, wij weten dat we moeten klimmen om tot een hoogtepunt te komen. Anders dan er gebracht te worden door een gemakzuchtige tourbus. Klimmen kunnen we immers goed, dat hebben we al bewezen toen we in de Pyreneeën ervoor kozen het wandelpad te verlaten en in het wilde een eigen weg te vormen. 

Na al dit, bedenk ik me de waarheid die net voltrokken is. Ik deed een huzarenstuk om jou niet meer te zien. Een calvarietocht om gewoonweg 'dag' te zeggen. Kortom, een queeste naar mijn eigen doodsteek uit liefde voor jou.

Het staat vanaf vandaag vast: er bestaat niets mooiers dan uit liefde iemand nooit meer zien.

En juist dat deed ons besluiten bij elkaar te blijven.

dinsdag 5 juli 2022

Ik ben vernoemd naar Dimitri Verhulst

Mijn moeder. Ze was gek op Dimitri Verhulst. Ze is gek op Dimitri Verhulst. Ze zal altijd gek blijven op Dimitri Verhulst. 

Gek en moeder komen trouwens vaak ter gedachte in een spelletje woordassociatie, niet alleen bij mij. Het is duidelijk dat een merendeel van mijn medegespuis ook last heeft van de gekkemoederziekte, weet je, maak er maar gekkeouderziekte van. Of het virus (ondertussen een afgezaagd woord) binnendringt in de huishoudens door de ouder of juist door het nageslacht is moeilijk te zeggen. Ik denk dat het wel van beide kanten moet komen. Een zin die ik gestolen heb van mijn ex.

Desondanks de complicaties, de gekte in onze relatie, behoudt mijn moeder een grootse onvoorwaardelijke liefde voor haar nageslacht. Een onsterfelijke oerkracht die in de atmosfeer werd gelanceerd bij mijn geboorte. Zij hield van me. Ze houdt van me. Ze zal altijd van me houden. Als eerbetoon daarvan noemde ze me naar haar favoriete auteur. Die nozem met een eindeloos talent voor een vettige haardos, zijn bek verrot door sigaretten en zijn neusgaatje sedert jaren geblokkeerd door cocaïne. Dames en heren: Dimitri Verhulst. Wat een eerbetoon!




U moet niet denken of beweren dat ik een afkerige blik werp op deze grote literaire held. Integendeel, hij is zowat de enige goede Belgische schrijver, vind ik. Toch, moet ik eerlijk toegeven, had ik er wél lang moeite mee naar Dimitri vernoemd te zijn. Niet omwille van hem, want uiteindelijk past het plaatje van die nozem verrot door sigaretten en cocaïne me af en toe (te vaak) wel, maar omwille van de andere opties die er waren om mij te benoemen. 

Mijn vader had, wat mij betreft, betere suggesties:

Oscar

of

Elvis

Oscar naar Oscar Wilde, Elvis naar... Elvis! (Je weet wel: "the king of rock 'n' roll"). Oké, eerlijk toegegeven, Elvis had na een tijdje rondlopen op deze aardbol mij geen genoegen gedaan. Het mag dan wel swingen, er zijn al genoeg rocksterren die Elvis heten, waardoor mijn ambitie in de muziekwereld meteen gekelderd zou zijn. Daarnaast zou ik mezelve niet grondig kunnen ontwikkelen door de mentale zwaarte van de naam. Ik zou me te veel identificeren met Presley. Ik zie het al voor me.

Een jonge knaap, obsessief bezig met Elvis Presley, die geen andere inhoud of interesse heeft omdat hij -oh god ocharme- dagelijks wordt geconfronteerd met het obstakel dat zijn ouders hebben voorgelegd: - Jij wordt ONZE Elvis, jongen! -  Neen dank u!! Dimitri is op dat vlak een betere keuze, zo kan het moeilijk slechter met me gaan dan... een cokeverslaafde... Denk ik? Hoop ik? Well...  

Que sera, sera

Whatever will be, will be

The future's not ours to see

Que sera, sera   

Zo gaan we dan maar fluitend door het leven.

Waarom niet Elvis? Mijn moeder had een (van bijna levensbelang) criteria, namelijk dat mijn eerste naam moest passen bij mijn laatste. Zij had natuurlijk in gedachten dat die laatste naam "Versmissen" zou zijn, zoals de archaïsche waarden van het patriarchaat, de naam van mijn vaders kant. Minder werd waar. Mijn vader dacht wellicht een soort practical joke te maken wanneer hij mij weigerde te erkennen: "Je had het gezicht van je moeder moeten zien!" Neen, wat zever ik... De realiteit was gewoonweg dat hij niets van mij of mijn moeder moest weten. 

Ach ja, dan troost je jezelve maar met een "niet iedereen is perfect en maakt fouten" en een glas Jameson whisky. Dimitri Versmissen klinkt overigens mooier dan Dimitri Vanschoonbeek, esthetisch gezien kon je hem een klap rond zijn oren geven! 

7 jaar zou het nog duren vooraleer ik effectief tot het geslacht "Versmissen" werd geïntegreerd. Mijn moeder natuurlijk content, want eindelijk stond er een waardevol geheel op mijn pas, ik? Het kon me eerlijk gezegd geen moer schelen. Vanschoonbeek was alleszins nog niet zo erg, zo behoorde ik tot de groep der bastaards: Leonardo Da Vinci, Eva Peron, Willy Willy,... Maar toch, het liefst zou ik beide familienamen dragen. Als een soort symboliek van waar ik effectief vandaan kom. Uit de ballen van mijn vader en de kut van mijn moeder.

Daarom: Dimitri Jozef August Vanschoonbeek Versmissen. 

Heerlijk zulke lange namen, je zou er op slag een coup de foudre van krijgen.

Maar toch... Oscar, wat een mooie naam. Dan wel op zijn Engels "Oscar", in plaats van het lelijke Vlaamse "Oscaaaar". Ik had zoveel gemakkelijker door het leven gehuppeld met die naam... Het kweekte een wrok tegenover mijn moeder. De pijniging door mijn effectieve voornaam werd me ingefluisterd door mijn eerste liefje. Jongens, wat heeft zo een eerste liefde toch veel inslag op je bestaan...!! Oscar vond ze een prachtige naam, Dimitri vond ze oké. Alsof we voor elkander gemaakt waren, behalve die naam... Neen, met een Dimitri kon ze toch echt wel niet samen zijn. Daar gaven haar vriendinnen haar gelijk in: "Oscar is echt wel een mooie naam". Ik:-"en Dimitri?"Stilte !! Nou ja, kunnen we wel tegen. De metaforische fles Jameson was nog niet geledigd. 

Sindsdien ben ik er hoe dan ook van overtuigd dat de naam Oscar me veel meer liefjes had opgebracht. Veel meer liefdesverdriet ook, maar dat pakken we erbij. 

Echter, het was niet alleen mijn liefje dat mijn 14-jarig hartje brak, ik ontdekte namelijk niet veel later de echte reden waarom ik (Godverdoemme!) niet Oscar heet. Het was gewoonweg een aderlating! Oscar Wilde paste niet in de seksuele geaardheid die ik MOEST hebben, want wat wou ZIJ toch graag kleinkinderen... 

Het is oké, ik heb me erbij neergelegd. Geen wrok meer, want uiteindelijk gezien bekoort Dimitri Verhulst me méér dan Oscar Wilde. De wens van mijn moeder is trouwens uitgekomen, want JA ik heb een kinderwens en NEEN ik ben niet homoseksueel. Hoogstens lichtelijk vrouwelijk en vooral heel biseksueel.


Oscar en zijn geliefde Bosie

Oscar Wilde en zijn geliefde Bosie



vrijdag 3 juni 2022

Overmacht versmacht het geslacht

Overmacht versmacht het geslacht

Steevast bij de onthulling van haar weelde

En of ik dit moment vanbuiten heb gememoriseerd

Ingeprent, staat het vastgeroeste tafereel

 

Het blijft

Het persisteert, 


langer dan de ambitie tracht

Ik geef me er aan over, want meer 

heb ik niet in mijn macht, de rest van mijn kracht

Ebt weg

Ja, overmacht versmachtte andermaal het geslacht




vrijdag 28 januari 2022

14 Januari 2022

Ik, Dimitri (mocht u de auteur zijn vergeten, zoals ik mezelf zo vaak betrap bij het lezen van dergelijke literatuur) en mijn noemenswaardige, essentiële eega maken van deze dag gebruik om rond te zwerven in het minieme Gent. Miniem, wij komen namelijk van Antwerpen, ere wie ere toekomt. Over de bedoeling van deze tocht ben ik nu en dan bewust, andere momenten moet ik mijn eega, het orakel van mijn bestaan, raadplegen: 

"Waarom moeten we juist die trein nemen? Een dik uur zitten turen naar het oppervlakkige vlakke Vlaanderen, niet echt iets waar ik op sta te wachten, want wat gaan we anders doen? Praten of dergelijk entertainment is nu niet aan de orde met deze half slapeloze sukkel. Is dit nu werkelijk een derde van mijn portefeuille inhoud waard om puur uit comfort en gemakzucht, luxueus en snel in dat stadje te geraken?" Een derde van mijn portefeuille inhoud, want veel heb ik niet op zak. Vaak na mijn orakel te raadplegen, mijmer ik weg in gedachten vooraleer ze me van antwoord dient: 

"Waar zijn eigenlijk de tijden gebleven waar mensen nog liften om ergens te geraken? Natuurlijk, Dutroux. Stomme kop van je, dat had je wel eerder kunnen bedenken Dimi, jij met je krakend hersenpan. Hoewel, dit heeft mij toen destijds (op zo'n 8-jarige leeftijd) niet tegengehouden om samen met mijn moeder te liften met een bende drugsdealers. Als 8 jarig jongetje vond ik het eigenlijk een best aangename ervaring! Een mooie auto (was het BMW of Mercedes?) met zachte lederen stoelen waar ik met mijn zitvlak helemaal inzakte en dan die mannen, fantastisch waren ze! Ze gaven me een kinder Bueno bij het passeren van het tankstation en (zo goed als ik me het kan herinneren) mijn moeder een boeket rozen, een ongeziene gastvrijheid. Alleen wel bizar hoe ze elkaar Johnny en Jimmy noemde, ik ben namelijk nog nooit gasten van Arabische origine tegengekomen met zulke Westerse namen, maar het moet gezegd, het zorgde voor ontzettend veel jolijt. Zo was ik vanaf toen Jacky gedoopt. Toch sta ik hier wel, ondanks mijn goede herinneringen aan het liften, te wachten voor de trein die naar Gent rijdt. Besefte ik maar wat minder de gevaren in het leven, dan had ik nu nog geld en moest ik niet een verdomd uur op die kut trein zitten. Dat gezegd wat is eigenlijk dat gevaar? Wie zou er mij nu ontvoeren bij het liften? Misschien een moeder op middelbare leeftijd, dat is doorgaans het type waar ik zo goed bij scoor, ook al niet (altijd) de bedoeling." Zo komt er af en toe een gedachtestroom door mijn hersenpan, je weet wel, die na een seconde of vijf weer voorbij zijn. 

Op het moment dat mijn eega haar ongehoord antwoord uitgesproken heeft, stopt het gemijmer. Iets in me zegt dat ze, zoals quasi altijd, een goed argument heeft gegeven om mee te participeren aan dit compleet onnozel, ondanks ludiek bedoeld, uitstapje naar Gent. Het is nog ochtend dus permiteer ik mezelf wat pessimistisch te zijn. 

Enfin, 'een dagje Gent' dus. 

Zo ver ik me herinner zal de dag er als volgt uitzien:

We bezoeken eerst een tattooshop, een goede zegt ze. Dan richting boekenwinkel 1, boekenwinkel 2, Boekenwinkel 3, voor het gemak waarom ook niet boekenwinkel 4 en natuurlijk: Mijn broer woont al anderhalf jaar in Gent, waar ik nog altijd niet langs ben geweest, dat kan er ook wel bij! Natuurlijk gepaard met, het kan niet anders, het Belgische traditionele 'teraskes doen'. 

Ik ben best trots op mezelf dat ik dit kan onthouden, ik ben namelijk niet echt planmatig ingesteld. Toch niet zo geëvolueerd als 'de anderen' van me verwachten. Als je het mij vraagt kon dat niet anders zijn, zo ben ik ook niet planmatig op deze aardbol gekomen. It was written in the stars man! Blame my parents. Mijn ouders, de schuld van alles slecht in mijn leven, zo ook al het goede. 


*Tringeling* de tattooshop binnen. Het is een geluid, een teken van liefde . Ik hield me vast aan een principe nooit de inktnaald in mijn vel te laten dringen, tot op deze dag, want hier sta ik dan met een uitgewerkte tekening die binnenkort ergens op mijn arm prijkt. Haar invloed op deze beslissing is kenbaar, sterker nog, het idee zou nooit in mijn brein zijn geplant zonder haar. Een rationeel specimen, zo heb ik er veel tot vriend gemaakt, zou mij erop wijzen dat het een ridicuul idee is, dat ik niet van mijn principes mag afwijken, dat ik er kortom spijt van zou krijgen. De logica die ik, voordat ik haar ontmoette, hanteerde zou me hetzelfde adviseren, maar daar ben ik nu weinig mee. Mijn leven is veranderd en mijn kijk op een tattoo evenzeer. Mijn heel denken is veranderd, sinds een jaartje ben ik tot het inzicht gekomen dat ik van de romantiek leef. Een tattoo laten zetten, nog een gevolg van de revelatie waardoor ik deze blog start. 

Ik ben geen rationeel specimen. Wat maak ik mezelf eigenlijk wijs, ik heb niet eens ooit in mijn leven principes gehad. Principiële mensen, ik zal ze nooit verstaan. Het is niets voor mij om aan een idee vast te blijven hangen onder het mom van het goede. Geef mij ook maar eens wat slecht, meneer rationeel specimen. Geef mij maar gewoon waar ik zin in heb. Een tattoo, best mooi eigenlijk! Het zou trouwens ook een totale illusie betreffen dat ik mij kan scholen tot professor der romantiek mocht ik een rationeel wezen zijn. Die twee zijn compleet contradictorisch. 

Eens we de tattooschop verlaten dringt het tot me door dat we het eigenlijke, werkelijke doel van deze tocht hebben bereikt. "Nu we bij de tattooshop zijn geweest, kunnen we toch terug naar huis?" zou uit mijn bek zijn gekomen mocht het nog ochtend zijn, maar het is inmiddels namiddag en zoals de dag in nacht veranderd, wordt mijn humeur ook beter. Voor zij die geloven dat de ochtend meer te bieden heeft dan de nacht, ik leef met u mee, u mist romantiek. Nog erger, u mist mij. Zij mist mij ook in de ochtend, maar ik ben een steevast aanbidder van de nacht, een nachtraaf die nooit fladdert in de ochtend. Dat ze maar wat later opblijft en zich laat zinken in mijn zogezegde slechte gewoontes. 

Tattooshop check. Op weg naar de eerste boekenwinkel: Het paard van Troje. Ik herken deze boekenwinkel, later blijkt dat ik er eens ben geweest met mijn broer. Ik heb al mijn budget van de afgelopen maanden, dat ik voornamelijk toegereikt krijg door mijn verwekker (wat ben ik toch een verwent rotjoch), verkwanseld aan boeken en nu sta ik hier weer. Nou ja, het is beter dan een cocaïneverslaving zeg ik bij mezelf, alhoewel dat ik dat ook nog eens moet uitproberen vooraleer ik de waarde ken van deze uitspraak. Gelukkig woon ik in Antwerpen, lekker handig toch! Waar waren we? Een boekenwinkel, daar was ik en natuurlijk zag ik weer een verdomd boek dat ik al een hele poos wou lezen. Een prachtige kaft ook nog eens, een naakte vrouw met een riem rond haar nek die zichzelf in een soort zelfmoordgreep houdt. Mijn interpretatie van een prachtige kaft is misschien anders dan die van u, verder kan ik daar ook niet zinnigs over schrijven, ik ben wie ik ben. 

Ik zag de kaft eerst voor de titel, zo gaat dat meestal, maar bij het lezen van de titel wist ik dat het wederom ging gebeuren. De laatste twee derden van mijn geld die overbleven in mijn portefeuille, na het spenderen van dat eerste derde aan dat stomme treinticket, spendeer ik hier aan. Als het niet nu is, dan doe ik het wel straks. "De 120 dagen van Sodom" een titel die bij menig feminist kippenvel doet ontstaan. Ik, die ervan overtuigt is dat hij een groot voorstander is van de feministische beweging, heb het moeilijk dit boek te kopen. Aan de kassa staat een jongedame, zou zij weten waarover dit boek gaat? Zo ja, zou ze mij anders bekijken als ik dit boek koop in plaats van pakweg 'The Picture of Dorian Gray'? Misschien helpt het wel als mijn eega naast mij staat bij de aankoop, zou ik dan minder vrouwonvriendelijk lijken? Ik besef me dat dit boek kopen niet een transactie is van goederen, maar meer een vraag naar goedkeuring. Ik laat zien dat ik geïntrigeerd ben in het Sadisme waarmee  Markies de Sade schreef en de jongedame laat met haar reactie zien wat ze daarvan denkt. Vol spanning om deze 414 pagina's aan controverse te kopen, verwacht ik me aan een reactie. Er komt geen. Godverdomme, heb ik daarvoor mijzelf druk gemaakt in niets? Ik die dacht dat ik iets spannends ging doen, iets controversieels. Nu sta ik hier, helemaal voor schut, ik ben degene die het sadistisch boek koopt, maar zij die me zo voor schut zet, die mij de kwelling aandoet van overrompeld te worden met angsten, is ook wel welkom in het sadisme-clubje. Dimitri, Markies De sade en de kassierster, wat gezellig! Mijn gedachten worden rap gekalmeerd wanneer ik lees, op mijn alwetend machientje, dat Simone de Beauvoir, een voorbeeld voor elke feminist, Markies de Sade niet antifeministisch vind en dus eigenlijk best oké is om te lezen als historisch fragment. Sukkel dat ik ben, die dame achter de kassa wist dit natuurlijk, is waarschijnlijk grote fan van Simone de Beauvoir of nog meer, ze houdt gewoon van het sadisme van De Sade. Alweer moet ik het onderspit delven van de vrouw.


We gaan verder naar boekenhandel 2, het welbekende Standaard Boekenhandel. Deze tocht door Gent heeft door deze verschillende boekenhandels nog een ander doel gekregen, een beetje zoals het boek  'waar is wally', speel ik hier: Waar is 'Hal Bennet'. Deze auteur schreef destijds een boek, dat ik via een YouTube filmpje ben tegengekomen, getiteld 'The lord of dark places'. Dit boek is een donker satirisch,  absurd en verschrikkelijk maar humoristisch verhaal. Voor zij die mij (niet) kennen, een beetje een samenvatting van mijn smaak als het aankomt op films, boeken en liefdes, dat ook. Ik vernam het al toen dat ik het YouTube filmpje zag, maar ook in mijn zoektocht bleek nogmaals hoe obscuur dit boek is. Het volgende dat ik schrijf is volgens u wellicht overdreven, maar ik meen het werkelijk als ik zeg dat ik ondertussen de doorsnee catalogus van boekenwinkels vanbuiten ken, die onder de letter 'B' toch. Het rijtje auteurs gaat als volgt: 

Babel, Bachmann, Backman, Baldwin, Ballard, Balzac, Banks, Banville, Barba, Barker, Barnes, Baudelaire, Beauvoir, Becker, Beckett, Bedert, Bekongo, Bell (zo zijn er trouwens wel 20), Benford en dan uiteindelijk die verdomde Bennets. 

Ik krijg elke keer weer, 4 maal om precies te zijn, de hoop hét opus magnum beet te nemen. Tevergeefs, het betreft altijd de foute Bennet. Niet Brit Bennet, dan wel Claire-Louise Bennet of Thomas Bennet of Alan Bennet of… you get the picture. Auteurs die tot heden onbekend blijven in mijn lexicon, die me trouwens ook geen moer kunnen schelen. Ze blijven mij de 4 boekenwinkels door dwarsbomen, verdomme. Nou Brit en Claire-Louise, jullie lees ik nooit! Die andere Bennet-troep erbij.  

 

Gekweld door deze zoveelste teleurstelling in mijn leven, even mijn dramatisch karakter eer aandoen, prijs ik me gelukkig toch Markies De Sade in mijn handen te dragen. Die zal ook wel kunnen voldoen aan mijn wens een donker satirisch, absurd en afschuwelijk, maar humoristisch boek neer te pennen. Ik slaag het boek even open, om mijn vermoeden te bevestigen, en lees:

‘Deze keer was de beurt aan Monseigneur om zich te lenen voor de masturbatieoefeningen, en ging hij daar dus heen. Waren de leerlingen van madame Duclos mannen geweest, dan had Monseigneur waarschijnlijk geen weerstand kunnen bieden. Maar een klein spleetje onder in de buik was in zijn ogen een schromelijke fout, en zelfs al zouden de drie gratiën om hem heen hebben gestaan, zodra hij die vervloekte spleet zag, verkilde hij. Hij bood dus als een ware held weerstand; ik geloof dat hij zelfs niet eens een stijve kreeg, en men ging weer verder.'

 

Kan er wel mee door denk ik, niet in de zin dat het nog net acceptabel is om in deze tijd gepubliceerd te worden (wat trouwens wel zo is), maar eerder dat het net (op het randje) voldoet aan mijn zoektocht naar controverse en rariteiten. Waar ik dat vandaan haal, rariteiten opzoeken, mezelf verdiepen in het onbekende? Vraag het aan de schuld van mijn bestaan.

 

Om deze tocht in het stadje Gent te eindigen zetten we het “terraskes doen” nog even voort, vooraleer we mijn broer bezoeken. Ik hoor, dank u god, niet bij het onzekere groepje specimina dat nodig alcohol in zijn of haar lijf moet hebben om enig sociale fluctuatie aan te gaan. Dat betekent zich in een andere situatie begeven dan met jezelf, want dat is de toestand waar ik mij doorgaans het meest welkom voel en is dus de norm. Het lukt me, nogmaals dank u god, om deze kwestie semi-sober aan te pakken. Ik heb mijn broer intussen een goed jaar niet meer gezien dus veroorloof ik mezelf om toch een goede 14% alcohol in mijn bloed te jagen. Wijn bleek, na menig jaren zelf wijn te consumeren, een echte familietraditie te zijn. Dit wist ik niet, maar toch was ik al even wijnfanaat. Mysterieus hoe zulke tradities onbewust worden doorgegeven of wie weet, misschien blijft alcohol wel voor een deel van generatie op generatie in het bloed zitten.  Mocht dat het geval zijn beste vriend, dan mag u mij nooit verwijten alcoholieker te worden. Ach wat zever ik, daar hebt u sowieso geen recht op. Ben ik alcoholieker? Ik weet het niet, ik vind het althans een mooi woord waar ik me wel in kan vinden. ‘Hij die excessief alcohol tot zich neemt’, geen idee of dat de exacte definitie is, maar in dat kader pas ik in ieder geval wel.

Naar mijn broer. Het blijkt twee straten verder te zijn vanwaar we momenteel op ons zitvlak luieren. Toch vinden we een manier om onszelf te pijnigen door weder te keren naar de boekenwinkel waar we juist waren, want zij wou toch misschien dat ene boek kopen waar ze daarstraks al een halfuur naar zat te turen. Waarom ook niet, we komen toch niet rap terug in dit boerengat. Ik verwacht me eraan dat ze het boek, een fotoboek trouwens, gaat kopen zodat deze bemoeilijking niet geheel tevergeefs is. Ze koopt het boek niet, maar toch is de omweg niet geheel teleurstellend. Zo heb ik ook nog plezier gehad in een fotoboek te kijken vol met naaktmodellen die, meestal heel mooi, mijn interesse wekken. Ik weet niet wat het is dat me hierin aantrekt, maar een naakt lichaam is altijd interessanter dan een bekleed lichaam in mijn wereld. Hoewel, ik hoef nu ook niet iedereen naakt te zien. 

Eenmaal bij mijn broer, realiseer ik me dat die 414 pagina's aan controverse nog altijd, waar zou het anders naar toe zijn gegaan, aan mijn zij hangt. Ongetwijfeld zal hij zich afvragen waaraan we deze dag hebben besteed en na onze boekentour uitgelegd te hebben, welke boeken we meenamen. Mijn profetische woorden komen uit, maar ik heb geluk met mijn reputatie als warhoofd en kan zijn vraag beantwoorden met een subtiel, zo denk ik toch, ontwijkend: "Euhm, heb ik iets gekocht? nee, ik denk het niet nee, nee." Ik zeg dit niet omdat ik zozeer angst heb voor een oordelende blik of conversatie, het is mijn broer, die zal wel weten dat ik geen sadistische bedoelingen heb? Niet mijn geliefde wil ophangen aan een of ander marteltuig? (niet meteen iets dat tot mijn fantasieënsortiment behoort) Toch ontwijk ik het gesprek liever, ik weet namelijk zelf nog niet zo goed waarom ik dit boek persé moest hebben. Het is hoogstwaarschijnlijk te verklaren door de spanning die me opwacht in dit boek. Het is een manier om mijn nogal, fuck you corona, vervelend en saai leven van wat opwinding te verwennen. 

Ik ben content dat ik toch ben langsgekomen bij het, eigenlijk niet meer zo nieuwe, nieuwe appartement van mijn broer. Morgen zie ik hem weer op het familiefeest, zo doe ik meteen beter dan het vorige jaar waar ik hem (als ik me goed herinner) maar één keer zag. Goed bezig Dimitri, je bent een ware familieman.